Onderzoekend vermogen

“De student toont in zijn werkwijze een nieuwsgierige en kritische houding. De student hanteert een passende onderzoeksaanpak die resulteert in bruikbare resultaten.”

Leeswijzer

DC1 Kritisch en onafhankelijk

DC2 Relevante theorie en modellen

DC3 Kwaliteit van onderzoek

DC1 Kritisch en onafhankelijk

“De student heeft zich aantoonbaar kritisch en onafhankelijk opgesteld. Het vraagstuk is vanuit meerdere invalshoeken bekeken”

Het afstudeeronderzoek bij Zin in Vught bood de gelegenheid om een complex marketingvraagstuk systematisch en professioneel aan te pakken. In dit traject is aangetoond dat kritisch en onafhankelijk werken essentieel is om een gedragen en effectief advies tot stand te brengen. Er is niet alleen een probleem geanalyseerd op basis van wat werd aangeleverd door de opdrachtgever, maar het vraagstuk is vanuit diverse invalshoeken onderzocht: strategisch, organisatorisch, klantgericht en maatschappelijk. Door deze werkwijze kon een strategisch marketingplan worden ontwikkeld, gebaseerd op onderbouwde keuzes en relevante inzichten. Deze reflectie laat zien hoe deze werkwijze is vormgegeven, welke stappen zijn gezet en welke impact dit heeft gehad op de uitkomsten van het onderzoek.

Kritische verkenning van de aanleiding en het vraagstuk

Bij de start van het onderzoek is ervoor gekozen om niet direct uit te gaan van de opdracht zoals die geformuleerd was, maar om eerst stil te staan bij de achterliggende motieven en omstandigheden. In plaats van aannames te volgen, is kritisch doorgevraagd naar de werkelijke aanleiding: waarom is dit marketingplan nodig, welke problemen liggen eronder, en wat is er in het verleden geprobeerd?

Door gesprekken met de opdrachtgever, directieleden en medewerkers werd duidelijk dat de teruglopende bezettingsgraad van Zin (van 62% in 2022 naar 44% in 2024) niet alleen een praktisch of financieel probleem is, maar ook raakt aan de kern van de maatschappelijke missie van de organisatie. Dit inzicht vormde een belangrijk uitgangspunt: het marketingplan moest niet slechts gericht zijn op het verhogen van de omzet, maar ook op het versterken van de impact en het behoud van de identiteit van Zin.

Daarnaast werd zichtbaar dat er binnen de organisatie uiteenlopende visies leefden. Sommige stakeholders zagen vooral kansen in het aantrekken van nieuwe doelgroepen, terwijl anderen juist de verdieping van de bestaande relaties centraal wilden stellen. Door deze spanningsvelden expliciet te maken, kon in het onderzoek worden gezocht naar een balans tussen groei en identiteit, tussen commerciële haalbaarheid en maatschappelijke meerwaarde.

Deze fase maakte duidelijk dat kritisch denken begint bij het in kaart brengen van de context. Door niet automatisch uit te voeren wat er gevraagd wordt, maar actief op zoek te gaan naar het echte probleem, ontstond ruimte voor een strategisch diepergaand en relevanter advies.

Analyse van het klantperspectief (H1 van adviesrapport, geen hoofdtekst)

Om het vraagstuk van meerdere kanten te benaderen, is gekozen om uitgebreid in gesprek te gaan met bestaande klanten en gebruikers van Zin. Deze groep vormt immers de primaire doelgroep van de dienstverlening, en hun perspectief is cruciaal voor het verbeteren van de positionering en communicatie.

In interviews met klanten en deelnemers werd onder meer gevraagd naar hun ervaring met Zin, hun verwachtingen, de toegevoegde waarde van het aanbod en eventuele drempels die zij ervaren . Deze gesprekken leverden belangrijke inzichten op. Zo werd bevestigd dat aspecten zoals de biologische keuken, de persoonlijke benadering en het maatschappelijke karakter als onderscheidend en positief worden ervaren. Tegelijkertijd bleek er verwarring te bestaan over het exacte aanbod van Zin, de mogelijkheden tot maatwerk, en de praktische boekingsprocedures (Bijlage 9, adviesrapport).

Het opnemen van het klantperspectief bracht waardevolle nuance in het onderzoek. Het maakte duidelijk dat interne beeldvorming en externe beleving niet altijd overeenkomen. Deze discrepantie kon vervolgens worden meegenomen in het marketingadvies, bijvoorbeeld door te adviseren over heldere communicatie op de website, en het inzetten van klantverhalen en reviews.

Door het betrekken van de klant in het onderzoeksproces werd vermeden dat het marketingadvies enkel gebaseerd zou zijn op organisatorische aannames. In plaats daarvan werd actief gezocht naar ervaringen en wensen uit de praktijk, waardoor de effectiviteit en relevantie van het uiteindelijke advies sterk is vergroot.

Inbreng van externe deskundigen

Figuur 1

Om niet te blijven hangen in het interne perspectief, is het onderzoek verrijkt met externe expertise. Er is contact gezocht met een ervaren marketingprofessional uit het maatschappelijke werkveld, die waardevolle inzichten kon bieden in de positioneringsuitdagingen van organisaties met een sociale missie (Figuur 1).

Deze expert wees onder andere op het belang van een scherpe profilering, waarbij zowel de commerciële als maatschappelijke waarde duidelijk naar voren komt. Daarnaast werd het belang benadrukt van doelgroepsegmentatie en passende kanaalstrategieën, waarbij ook trends in digitale marketing en storytelling aan bod kwamen.

Een aanvullend perspectief werd geboden door een gesprek met Ivette Haas van Studio Spreekwoord, een professional gespecialiseerd in het vertellen van maatschappelijke verhalen. In dit gesprek werd onderzocht hoe de boodschap van Zin krachtiger kan worden overgebracht, zowel online als offline. Daarbij kwamen thema’s aan bod zoals authenticiteit, emotionele connectie en visuele vertaling van kernwaarden (Bijlage 8, adviesrapport/geen hoofdtekst).

De betrokkenheid van externe professionals bracht frisse inzichten en zorgde voor verdieping van het advies. Het toont aan dat er niet alleen binnen de organisatie werd gekeken, maar ook actief werd gezocht naar kennis, ervaringen en benaderingen van buitenaf.

Betrekken van een ervaringsdeskundige

Om het marketingvraagstuk van Zin vanuit een breder perspectief te benaderen, is een bezoek gebracht aan Mennorode. Deze locatie geldt als een toonaangevend voorbeeld van een maatschappelijke organisatie die er effectief in slaagt om commerciële activiteiten te combineren met een duidelijke missie. Tijdens het bezoek vond een verdiepend gesprek plaats met directeur Wilco van der Geest, waarin is onderzocht hoe Mennorode haar waarden vertaalt naar de gastbeleving en externe communicatie.

Figuur 2: Mennorode

De directeur benadrukte het belang van het meegeven van betekenis aan álle bezoekers, ook aan gasten die niet expliciet voor het maatschappelijke karakter kiezen. Volgens hem is het essentieel dat bezoekers, los van hun boekingsmotief, toch iets ‘meenemen’ van de kernwaarden van de organisatie. Dit realiseert Mennorode onder andere door op de locatie gebruik te maken van middelen zoals flyers, informatiebordjes, wandelroutes met achtergrondverhalen en een consistent visueel verhaal dat de missie versterkt. Hiermee wordt een subtiele, maar effectieve vorm van storytelling toegepast die de maatschappelijke identiteit van de organisatie voelbaar maakt in elke fase van het verblijf (Bijlage 7, adviesrapport/geen hoofdtekst).

Een concreet voorbeeld hiervan is te zien in Figuur 2, waar een schaalmodel van de grootschalige renovatie van Mennorode is afgebeeld. Dit model, gepresenteerd in de entreehal, visualiseert niet alleen de fysieke veranderingen, maar vertelt ook een verhaal over de duurzame en sociale keuzes die tijdens de renovatie zijn gemaakt. Door dergelijke details op de juiste manier te integreren, wordt de missie zichtbaar én tastbaar voor de bezoeker een strategie die ook voor Zin relevant is, zeker met het oog op haar ambities rondom zingeving en duurzaamheid.

Het bezoek aan Mennorode leverde waardevolle inzichten op over de rol van ruimtelijke communicatie en gastbeleving als dragers van merkidentiteit. Het maakte duidelijk dat maatschappelijke positionering niet uitsluitend in externe marketingcampagnes hoeft plaats te vinden, maar ook krachtig kan worden ondersteund door fysieke en inhoudelijke elementen op locatie. Deze werkwijze kan bijdragen aan herkenning, binding en bewustwording bij uiteenlopende doelgroepen.

Door deze externe inspiratiebron in het onderzoek te betrekken, is het marketingadvies versterkt met praktijkvoorbeelden en bewezen strategieën. Tegelijkertijd laat dit onderdeel zien dat er bewust gekozen is voor verdieping buiten de eigen casus om, waarmee het vermogen tot kritisch en onafhankelijk denken in de praktijk wordt aangetoond.

Interne reflectie: inzichten van medewerkers

Figuur 3: Brainstorm

Naast de externe stakeholders zijn ook de interne medewerkers actief betrokken in het onderzoeksproces. Deze groep beschikt over waardevolle kennis van de uitvoering en kent de dagelijkse praktijk. In gesprekken is onderzocht welke kansen en knelpunten zij zien, hoe zij de doelgroep beleven en welke ideeën zij hebben voor verbetering.

Een belangrijke slotactiviteit was de georganiseerde brainstormsessie, waarin gezamenlijk werd gekeken naar kansen voor verbreding van het aanbod en versterking van de communicatie. De resultaten van deze sessie (zie Figuur 3) zijn rechtstreeks opgenomen in de aanbevelingen en vormen een brug tussen beleid en praktijk.

Door medewerkers op deze manier te betrekken, werd het marketingplan niet alleen inhoudelijk sterker, maar ook uitvoerbaar en gedragen. Het laat zien dat het advies niet top-down is ontwikkeld, maar in samenspraak en met oog voor draagvlak.

Onafhankelijkheid in de onderzoeksaanpak

Gedurende het onderzoek is op verschillende manieren gewerkt aan het waarborgen van onafhankelijkheid. Zo zijn zelf keuzes gemaakt in welke bronnen en gesprekspartners relevant waren, welke onderzoeksmethoden zijn ingezet, en hoe de data is geïnterpreteerd. Er is niet gewerkt vanuit voorkeuren van de opdrachtgever, maar vanuit een helder onderzoeksdoel: het creëren van een effectief, uitvoerbaar en maatschappelijk verantwoord marketingadvies.

Onafhankelijkheid bleek ook uit de manier waarop tegengestelde inzichten zijn afgewogen. Waar sommige respondenten pleitten voor een commerciële koerswijziging, werd dit in balans gebracht met het belang van missiebehoud. Door argumenten tegen elkaar af te wegen en keuzes expliciet te onderbouwen, is gewerkt aan een doordachte strategie die ruimte laat voor groei zonder de kernwaarden te verwaarlozen.

Daarnaast is de opbouw van het adviesrapport zorgvuldig gekozen: vanuit een analyse van de aanleiding, via doelgroepverkenning en kanaalstrategie, naar concrete aanbevelingen. Deze structuur is niet door de opdrachtgever opgelegd, maar gekozen op basis van logica en onderzoeksdoelen. Het getuigt van professioneel en zelfstandig werken, passend bij een afstudeeropdracht op hbo-niveau.

Conclusie: een breed gedragen en kritisch onderbouwd marketingadvies

Het afstudeeronderzoek bij Zin laat duidelijk zien dat het vermogen om kritisch en onafhankelijk te werken cruciaal is bij het oplossen van communicatievraagstukken in een maatschappelijke context. Door het betrekken van uiteenlopende perspectieven, van directie tot klant, van expert tot ervaringsdeskundige is het vraagstuk verdiept en verrijkt. Hierdoor ontstond niet alleen meer inzicht in het probleem, maar ook in de mogelijke oplossingen en bijbehorende consequenties.

Het uiteindelijke marketingplan is niet slechts een antwoord op de initiële vraag, maar een strategisch onderbouwd voorstel dat rekening houdt met realiteit, idealen en impact. Deze aanpak toont dat kritisch denken en onafhankelijk werken leiden tot kwalitatief beter onderzoek én tot adviezen die daadwerkelijk verschil kunnen maken.

Binnen de opleiding Organisatie, Reflectie en Marketing zijn deze competenties onmisbaar. Ze vormen de basis voor professioneel handelen binnen een steeds complexere en veranderende samenleving. Dit onderzoek levert daarvan een concreet en overtuigend bewijs.

DC2 Theorie en modellen

“De student heeft relevante theorie en modellen opgenomen en onderbouwd (theoretisch kader) en de student heeft een relatie gelegd tussen de hoofdvraag en subvragen en de relevante theorie en modellen”

Voor het ontwikkelen van dit strategisch marketingplan is gekozen voor de SMP-methode: Segmentatie, Strategie en Communicatie. Deze methode is veelgebruikt binnen de marketingliteratuur en biedt een logische en gestructureerde manier om marketingvraagstukken aan te pakken (Alsem & Kostelijk, 2020). De kracht van de SMP-structuur is dat elk onderdeel voortbouwt op de vorige stap, waardoor het mogelijk is om van een breed marktbeeld te komen tot gerichte communicatieacties. In dit onderzoek fungeert de methode als leidraad: bij elke deelvraag en bijbehorend advies is expliciet aangesloten op één van de drie pijlers van de SMP-aanpak.

De keuze voor de SMP-methode sluit direct aan op de hoofdvraag van dit onderzoek: Hoe kan, door middel van een strategisch marketingplan, het gemiddelde bezettingspercentage van de ZIN-zalenverhuur worden verhoogd van 44% naar 65% vóór 15 juni 2026? Door de vraag op te splitsen in heldere subvragen, wordt het mogelijk het vraagstuk stapsgewijs en gestructureerd te beantwoorden. Elk onderdeel van de SMP-methode correspondeert daarmee met een specifieke subvraag en draagt zo bij aan het bereiken van de bedrijfs- en informatie-doelstellingen.

1. Doelgroepsegmentatie: het 6W-model (Subvraag 1)

De segmentatiefase richt zich op de vraag wie de doelgroep van Zin precies is, conform subvraag 1: “Hoe ziet de doelgroep van ZIN-zalenverhuur er precies uit?” Hiervoor is het 6W-model van Ferrell en Hartline (2011) toegepast. Dit model analyseert klanten aan de hand van zes kernvragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom en waarmee. Hierdoor ontstaat een multidimensionale kijk op klantgedrag die verder gaat dan alleen demografie.

Bij Zin leverde dit model inzicht op dat klanten hoofdzakelijk uit sectoren als zorg, onderwijs en overheidsinstellingen komen. Daarnaast werd duidelijk dat zij vooral via mond-tot-mondreclame of zoekacties op Google bij Zin terechtkomen (persoonlijke communicatie, Bos, 2025). Door deze gerichte segmentatie kunnen marketinginspanningen nauwkeuriger worden afgestemd op de wensen en het gedrag van specifieke klantgroepen.

Deze fase sluit naadloos aan op de informatiedoelstelling om vóór 15 juni 2025 inzicht te krijgen in de doelgroep, hun behoeften en effectieve marketingcommunicatie. Zonder een scherp begrip van de doelgroep is het immers onmogelijk om een marketingstrategie op te stellen die daadwerkelijk het bezettingspercentage verhoogt.

Figuur 4: Theoretisch kader

2. Klantinzicht: het WPC-model (Subvraag 2)

De tweede stap binnen de SMP-methode, strategie, vraagt onder andere om inzicht in de wensen en verwachtingen van de doelgroep, wat aansluit bij subvraag 2: “Welke (latente) behoeften en verwachtingen heeft de doelgroep ten aanzien van de ZIN-zalenverhuur?”

Hierbij is het WPC-model (Wishes, Problems, Criteria) van De Pelsmacker, Geuens en Van den Bergh (2021) ingezet. Dit model helpt organisaties om te begrijpen wat klanten echt willen, waar ze tegenaan lopen, en welke criteria doorslaggevend zijn bij hun keuze.

De toepassing van dit model bij Zin toonde aan dat klanten flexibiliteit in planning, een inspirerende omgeving, duurzame catering en heldere communicatie waarderen. Tegelijkertijd vormen een onduidelijke prijsstructuur en het imago dat Zin ‘alleen voor zorginstellingen’ is, barrières (persoonlijke communicatie, Bos, 2025). Deze inzichten zijn essentieel om de marketingstrategie aan te scherpen en zo een betere aansluiting te vinden bij de behoeften van de doelgroep.

Deze analyse ondersteunt direct de verdere uitwerking van de bedrijfsdoelstelling, omdat het inspelen op latente behoeften het vertrouwen en de aantrekkingskracht vergroot, wat een hogere bezettingsgraad stimuleert.

3. Positionering: SWOT-analyse en MDC-model (Subvraag 3)

De derde subvraag, “Hoe kan de positionering van ZIN-zalenverhuur worden aangescherpt om beter aan te sluiten bij de gedefinieerde doelgroep(en)?”, raakt aan de strategiefase van de SMP-aanpak.

Om hier inzicht in te krijgen, zijn twee modellen toegepast. Ten eerste een SWOT-analyse, waarmee de interne sterktes en zwaktes en externe kansen en bedreigingen van Zin systematisch in kaart zijn gebracht (Kotler, Armstrong, Harris & Piercy, 2020). Hierbij kwamen de unieke locatie, maatschappelijke missie en duurzame bedrijfsvoering als sterke punten naar voren, naast knelpunten zoals beperkte naamsbekendheid en groeiende concurrentie.

Ten tweede is het MDC-model (Merk-DNA-Communicatie) van Alsem & Kostelijk (2020) ingezet om de merkidentiteit scherp te stellen en de communicatieconsistentie te waarborgen. Dit leidde tot een positionering waarin ‘zingeving’, ‘gastvrijheid met aandacht’ en ‘duurzaamheid’ centraal staan. Deze nieuwe positionering sluit goed aan bij de behoeften die eerder met het WPC-model zijn vastgesteld, wat het plan sterker en meer samenhangend maakt.

Door deze strategische keuzes wordt niet alleen de zichtbaarheid en aantrekkelijkheid van Zin vergroot, maar wordt ook een directe bijdrage geleverd aan het realiseren van de bedrijfsdoelstelling.

4. Marketing- en communicatiekanalen (Subvraag 4)

De vierde stap binnen de SMP-aanpak betreft de communicatiefase: “Welke marketing- en communicatiekanalen zijn het meest effectief om de doelgroep te bereiken en te activeren?” (subvraag 4).

Voor deze fase is gebruikgemaakt van de klassieke marketingmix, met nadruk op de P’s product en promotie (Kotler et al., 2020). Hierbij is onderzocht hoe Zin haar aanbod positioneert ten opzichte van concurrenten en via welke kanalen de doelgroep het beste te bereiken is.

Interviews en validatiesessies met klanten en marketingexperts (Mariska Wegman, persoonlijke communicatie 2025) lieten zien dat Google, SEO, Google Ads en mond-tot-mondreclame de belangrijkste kanalen zijn. Ook werd bevestigd dat tools zoals Leadinfo waardevolle leads opleveren. Dit bewijst dat digitale kanalen, gecombineerd met persoonlijke aanbevelingen, de sleutel vormen tot effectieve promotie.

Door deze kanalen bewust in te zetten, kan Zin haar communicatieactiviteiten optimaliseren, wat de kans op het verhogen van de bezettingsgraad vergroot en aansluit bij de informatie- en bedrijfsdoelstellingen.

Figuur 5: Strategisch marketingplan

5. Implementatie en effectmeting (Subvraag 5)

Tot slot richt de vijfde subvraag zich op de vertaling van strategie naar concrete actie: “Hoe kan een gerichte marketing- en communicatiestrategie bijdragen aan het verhogen van de bezettingsgraad tot 65%?”

Om de strategische plannen uitvoerbaar te maken, is het implementatiemodel van Alsem (2019) gebruikt. Dit model benadrukt het belang van een concreet stappenplan met duidelijke prioriteiten, tijdspad en meetmomenten. Deze aanpak waarborgt dat het marketingplan niet blijft bij theoretische aanbevelingen, maar leidt tot daadwerkelijke resultaten.

Door het implementatiemodel toe te passen, wordt de kans vergroot dat de geplande acties leiden tot het realiseren van de bedrijfsdoelstelling: het verhogen van de bezettingsgraad van 44% naar 65% vóór 15 juni 2026. Daarnaast sluit deze aanpak aan bij de informatie-doelstelling door het bieden van heldere meetpunten om de voortgang te monitoren.

Conclusie

Door de SMP-methode als overkoepelend raamwerk te gebruiken, is het mogelijk geweest om het strategisch marketingplan stapsgewijs op te bouwen vanuit een solide theoretische basis, waarin elk onderdeel een duidelijke relatie heeft met de hoofd- en subvragen. Het 6W-model voorziet in een gedetailleerd klantbeeld (subvraag 1), het WPC-model geeft inzicht in wensen en barrières (subvraag 2), SWOT- en MDC-modellen scherpen de positionering aan (subvraag 3), de marketingmix helpt bij de keuze van effectieve kanalen (subvraag 4) en het implementatiemodel maakt het plan uitvoerbaar en meetbaar (subvraag 5).

Deze integrale aanpak sluit aan bij zowel de bedrijfsdoelstelling (verhogen van de bezettingsgraad naar 65%) als de informatie-doelstelling (inzicht in doelgroep en communicatie). Daarmee toont het theoretisch kader niet alleen de toepassing van relevante marketingmodellen aan, maar ook de competentie om deze kennis te vertalen naar een praktisch en resultaatgericht marketingplan.

DC3 Kwaliteit van onderzoek

De student heeft passende acties doordacht en uitgevoerd om de kwaliteit van zijn onderzoek te waarborgen (verantwoording onderzoeksmethode)

Bij het opstellen van het strategisch marketingplan voor ZIN-zalenverhuur heb ik bewust gekozen voor een onderzoeksaanpak die de kwaliteit van het onderzoek waarborgt. Mijn doel was niet louter om data te verzamelen, maar vooral om betrouwbare en valide inzichten te verkrijgen die het plan stevig ondersteunen. Hierbij heb ik rekening gehouden met de drie kerncriteria van goed onderzoek: validiteit, betrouwbaarheid en haalbaarheid. Door een zorgvuldige methodologische keuze en praktische uitvoering toon ik aan dat ik competent ben in het uitvoeren van kwalitatief hoogstaand onderzoek.

Mixed-Methods Aanpak: Combinatie van Kwalitatief en Kwantitatief Onderzoek

De kern van mijn aanpak is het combineren van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, wat ook wel een mixed-methods aanpak wordt genoemd. Deze combinatie bood mij de mogelijkheid om het onderzoeksvraagstuk vanuit verschillende invalshoeken te benaderen en zo een vollediger beeld te creëren.

De kwalitatieve kant van het onderzoek richtte zich op diepte-interviews met klanten en medewerkers, waarmee ik inzicht kreeg in hun ervaringen, motivaties en wensen. Deze methode is bij uitstek geschikt om achterliggende drijfveren te achterhalen die niet uit cijfers blijken, zoals gevoelens, belevingen en verwachtingen. Aan de andere kant leverde het kwantitatieve onderzoek harde data op over patronen, trends en voorkeuren van een bredere groep respondenten. Met deze cijfers kon ik uitspraken doen over het gedrag en de opvattingen binnen de doelgroep. De combinatie van beide onderzoeksvormen stelde mij in staat om de verbanden te leggen tussen wat mensen zeggen en wat zij daadwerkelijk doen, wat mijn bevindingen betrouwbaarder en vollediger maakt.

Onderzoeksmethoden Afgestemd op Subvragen: Maatwerk voor Effectiviteit

Het onderzoek bestond uit verschillende deelvragen die ieder hun eigen informatiebehoefte hadden. Daarom heb ik per deelvraag zorgvuldig bepaald welke onderzoeksmethode het meest geschikt was. Dit maatwerk droeg bij aan de effectiviteit en efficiëntie van het onderzoek. Mijn oorspronkelijke idee om de hele top 100 klanten te bellen, bleek in de praktijk te ambitieus en onhaalbaar binnen de beschikbare tijd en middelen (Bijlage 9, adviesrapport/geen hoofdtekst). Daarom heb ik het klantenbestand opgedeeld in segmenten en per segment vijf respondenten geselecteerd. Zo kwam ik uit op een totaal van 26 respondenten, wat haalbaar was en toch een representatieve spreiding bood.

De interviews zijn gestructureerd uitgevoerd aan de hand van vooraf opgestelde vragenlijsten, waardoor de gesprekken vergelijkbaar en overzichtelijk bleven (Bijlage 7, 23). Dit zorgde ervoor dat de verzamelde data betrouwbaar en valide is. Door deze systematische aanpak kon ik de verschillende deelvragen gericht beantwoorden en onderbouwde aanbevelingen doen.

SubvraagOnderzoeksmethode(n)Doel van de methode
DoelgroepsegmentatieKlantenbestand + interviews top 100Inzicht krijgen in kenmerken en voorkeuren van verschillende groepen
Behoeften van de doelgroepInterviews top 100Latente en uitgesproken wensen in kaart brengen
PositioneringInterviews met interne en externe stakeholders + Merkenboek+ DeskresearchBepalen hoe het merk ervaren wordt en waar verbeterkansen liggen
CommunicatiekanalenInterviews klant + ExpertsAchterhalen welke kanalen de doelgroep écht gebruikt en waardeert
Effect van strategie op bezettingsgraadData-analyse + expertinterviewsKoppeling leggen tussen strategie en gewenste groei in bezetting

Praktische Uitvoering: Haalbaarheid en Flexibiliteit in de Praktijk

Het doen van onderzoek in een praktijkomgeving brengt onvermijdelijk uitdagingen met zich mee, zoals het bereiken van respondenten op geschikte momenten en het omgaan met onvoorziene omstandigheden. Om deze obstakels het hoofd te bieden, heb ik mijn planning zorgvuldig afgestemd op de praktijk. Uit onderzoek bleek dat ochtend- en vroege middagblokken van dinsdag tot donderdag de beste momenten zijn om mensen te bereiken. Door hierop in te spelen, kon ik de respons op mijn telefoontjes aanzienlijk vergroten.

Daarnaast werkte ik nauw samen met de frontoffice van ZIN, die mij ondersteunde bij het maken van terugbelafspraken en het bijhouden van contactmomenten in een Excel-sheet. In gevallen waarin respondenten niet direct bereikbaar waren, liet ik voicemails achter met het verzoek tot terugbellen, wat de respons verder verbeterde. Ook toonde ik flexibiliteit door mijn aanwezigheid op locatie aan te passen wanneer dat het onderzoek ten goede kwam. Deze praktische en proactieve aanpak zorgde ervoor dat ik ondanks de uitdagingen toch voldoende en waardevolle data kon verzamelen.

Betrokkenheid van Diverse Stakeholders: Verschillende Perspectieven

Een belangrijke pijler onder de kwaliteit van mijn onderzoek was het betrekken van verschillende belanghebbenden. Door een breed scala aan stakeholders te raadplegen, kon ik meerdere perspectieven verzamelen en daardoor de validiteit en toepasbaarheid van mijn bevindingen vergroten.

Binnen ZIN betrok ik medewerkers uit diverse afdelingen zoals marketing, frontoffice en operations, die ieder vanuit hun eigen rol inzicht gaven in de dagelijkse praktijk en knelpunten. De directeur, als opdrachtgever, was van belang om het onderzoek goed af te stemmen op de strategische doelen van de organisatie. Daarnaast heb ik klanten en potentiële doelgroepen actief betrokken, omdat hun wensen en ervaringen cruciaal zijn voor het verbeteren van het aanbod. Externe marketingexperts en adviseurs boden waardevolle feedback en inzichten vanuit hun vakgebied, waarmee ik mijn conclusies kon toetsen en aanscherpen. Tot slot waren sparringpartners belangrijk om kritisch te reflecteren op mijn onderzoeksaanpak en resultaten. Door deze brede betrokkenheid kon ik mijn aanbevelingen baseren op een solide draagvlak.

Innovatief Gebruik van Technologie en AI

Om de kwaliteit en efficiëntie van mijn analyse te verhogen, maakte ik gebruik van moderne technologieën en AI-tools. AI ondersteunde mij bij het herkennen van patronen in de interviews en het structureren en samenvatten van grote hoeveelheden tekst. Hierdoor kon ik sneller en nauwkeuriger de kernpunten uit de gesprekken halen. Daarnaast hielp AI bij het opstellen en verbeteren van vragenlijsten, zodat mijn interviewvragen helder, doelgericht en effectief waren. Door deze innovatieve toepassingen kon ik mijn data-analyse verdiepen en versnellen, wat direct bijdroeg aan de betrouwbaarheid en validiteit van mijn onderzoek.

Conclusie: Competentie in Onderzoek door Zorgvuldige Methodiek en Praktische Uitvoering

Al met al toont mijn onderzoeksaanpak mijn competentie in het uitvoeren van kwalitatief goed en betrouwbaar onderzoek. Door bewust te kiezen voor een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve methoden en deze per deelvraag op maat in te zetten, heb ik valide en bruikbare inzichten gegenereerd. Mijn praktische en flexibele uitvoering zorgde ervoor dat het onderzoek haalbaar bleef en dat ik ondanks uitdagingen toch voldoende en waardevolle data kon verzamelen.

De betrokkenheid van verschillende stakeholders versterkte de validiteit en toepasbaarheid van mijn bevindingen, terwijl het gebruik van technologie en AI de kwaliteit van de analyse verhoogde. Deze integrale aanpak vormt een stevige basis voor het strategisch marketingplan van ZIN, waarmee de organisatie haar doelstelling om de bezettingsgraad te verhogen op een onderbouwde en realistische manier kan realiseren.